Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·te kerst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witte kerst witte kersten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de witte kerstv / m

  1. (kerst) (meteorologie) kerstdagen waarop er sneeuw valt of er sneeuw ligt
    • Veel mensen hopen op een witte kerst. 
     Geen witte kerst dit jaar, zo verwacht het KNMI. De kans dat het dit jaar in Nederland gaat sneeuwen met de feestdagen is minder dan 5 procent.[1]
Uitdrukkingen en gezegden
  • een witte kerst, een groene paas (weerspreuk)

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kans op witte kerst uiterst klein” (19 december 2005) op nu.nl