winterstorm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: winterstorm (hulp, bestand)
Woordafbreking
- win·ter·storm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter en storm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winterstorm | winterstormen |
verkleinwoord | winterstormpje | winterstormpjes |
Zelfstandig naamwoord
de winterstorm m
- (meteorologie) een storm die in het jaargetijde van de winter woedt
- De winterstorm veroorzaakte alleen in het noorden van het land enige schade.
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord winterstorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.