winkelierster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- win·ke·lier·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winkelierster | winkeliersters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de winkelierster v
- (economie) vrouwelijke eigenaar van een winkel
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord winkelierster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Klanten vragen naar Annie: waar is ze?” (01-11-2007), Tubantia