Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wind·surf

Werkwoord

vervoeging van
windsurfen

windsurf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van windsurfen
    • Ik windsurf. 
  2. gebiedende wijs van windsurfen
    • Windsurf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van windsurfen
    • Windsurf je?