windkas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wind·kas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wind en kas [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | windkas | windkassen |
verkleinwoord | windkasje | windkasjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) deel van een orgel waarin luchtdruk wordt opgebouwd om de pijpen aan te sturen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'windkas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.