wildparkeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wildparkeren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪltpɑrˌkerə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- wild·par·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wild bn en parkeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wildparkeren |
parkeerde wild |
wildgeparkeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wildparkeren
- inergatief (verkeer) (juridisch) je vervoermiddel tijdelijk achterlaten op een plaats die daar niet voor bestemd is (meestal om kosten of inspanning te vermijden)
- ▸ De gemeente waarschuwt bezoekers dat het festivalverkeer zich zal gaan mengen met het gebruikelijke forensenverkeer op vrijdag. De gemeente heeft veel straten afgesloten om wildparkeren te voorkomen.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wildparkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Grote verkeersdrukte rond Pinkpop verwacht” (29 mei 2008) op nu.nl