wikkelden om
- wik·kel·den om
vervoeging van |
---|
omwikkelen |
wikkelden (...) om
- meervoud verleden tijd van omwikkelen
- Wij wikkelden om.
- Jullie wikkelden om.
- Zij wikkelden om.
- Wij wikkelden om.
- Het woord wikkelden om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.