Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wij·nen

Zelfstandig naamwoord

de wijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wijn

Werkwoord

wijnen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wijnen
wijnde
gewijnd
zwak -d volledig
  1. gezamenlijk voor de gezelligheid wijn drinken