Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·zen·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wezenwet wezenwetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wezenwetv / m

  1. wet die een uitkering regelt voor kinderen waarvan beide ouders overleden zijn
    • De daling van bijna 20 procent ligt in lijn met een eerdere afname. De wet werd in 1996 ingevoerd en verving de Algemene Weduwen- en Wezenwet. De regels voor de Anw zijn echter strenger, waardoor sindsdien het aantal verstrekte uitkeringen meer dan gehalveerd is. Van het aantal mensen dat in 1996 een uitkering ontving, is nu nog maar 42 procent over. Nu krijgen nog ruim 82.000 mensen in Nederland een geldbedrag in verband met het overlijden van een gezinslid. [1] 
    • Hadden weduwen en weduwnaars onder de oude Algemene weduwen- en wezenwet (van kracht geworden in 1959) tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd in alle gevallen recht op een nabestaandenuitkering, in 1995 achtte de politiek de tijd rijp voor een nieuwe Algemene nabestaandenwet. Daarin hebben alleen weduwen of weduwnaars die kinderen onder de achttien jaar verzorgen, recht op deze uitkering. Andere weduwen en wezen worden geacht in hun eigen levensonderhoud te voorzien. [2] 

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen