westerse levensboom


Nederlands

 
bladeren en kegels
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wes·ter·se le·vens·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord westerse levensboom westerse levensbomen
verkleinwoord westers levensboompje westerse levensboompjes

Zelfstandig naamwoord

de westerse levensboomm

  1. (coniferen) Thuja occidentalis   een groenblijvende conifeer uit de cipresfamilie (Cupressaceae  ) die van nature voorkomt in het oosten van Canada en in het noordoosten van de Verenigde Staten. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1753 gepubliceerd door Carl Linnaeus   in Species plantarum  
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie