Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·ver·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkverdeling werkverdelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de werkverdelingv

  1. het resultaat van in stukken knippen van een taak of proces en het distribueren van die taken over verschillende personen, instanties of zaken
     We hadden het vertrouwen dat met een nieuwe werkverdeling binnen de technische staf een verbetering zou optreden. Een belangrijk ontwikkelpunt voor Jean-Paul was zijn communicatie met spelers en staf. Helaas bleef dat stroef gaan en hebben we nu moeten concluderen dat er te weinig progressie is.[2]
     In de Tweede Kamer pleiten CDA, D66 en GroenLinks voor een betere werkverdeling tussen de twee bewindslieden op het ministerie.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “FC Utrecht stuurt coach en clubicoon Jean-Paul de Jong weg” (04-09-2018), NOS
  3.   Weblink bron “Schultz wil best harder werken, maar het hoeft niet” (30-10-2015), NOS