werkgelegenheidsgroei

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·ge·le·gen·heids·groei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkgelegenheidsgroei
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de werkgelegenheidsgroeim

  1. een toename van de werkgelegenheid