Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·ethiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkethiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de werkethiekv

  1. de innerlijke houding tegenover werk
    • Karel heeft een goede werkethiek, hij geeft niet op voor de klus afgerond is. 
Synoniemen