werft
Niet te verwarren met: Werft |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
werven |
werft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werven
- Jij werft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werven
- Hij werft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van werven
- Werft!
Duits
Uitspraak
- IPA: / ˈvɛʁft /
Woordafbreking
- werft
Werkwoord
werft
- tweede persoon meervoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van werfen
- gebiedende wijs meervoud van werfen