Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wens·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wenskaart wenskaarten
verkleinwoord wenskaartje wenskaartjes

Zelfstandig naamwoord

de wenskaartv / m

  1. kaart, traditioneel van karton en meestal met een of meer prenten, waarop een heilwens wordt overgebracht voor een verjaardag of andere feestelijke gelegenheid
    • Een wenskaart naar iemand sturen is geweldig leuk voor de ontvanger.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen