Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wens·ge·dach·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wensgedachte wensgedachten
wensgedachtes
verkleinwoord wensgedachtetje wensgedachtetjes

Zelfstandig naamwoord

de wensgedachtev

  1. gedachte gewijd aan wat men hoopt dat zal gebeuren, niet noodzakelijkerwijs op wat waarschijnlijk zal gebeuren


Gangbaarheid