Nederlands

 
opening van een nieuw wegvak
Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·vak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegvak wegvakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wegvako

  1. gedeelte van een weg of route met een welomschreven begin- en eindpunt
    • De nieuwe reflectoren op dit wegvak geven het midden van de rijbaan aan en attenderen automobilisten als zij door onoplettendheid over het midden van de weg komen. [2] 
    • De A1 tussen het tankstation Palmpol en de afrit naar de A30 is volgens het samenwerkingsverband van alarmcentrales een opvallende nieuwkomer in de lijst van gevaarlijkste wegvakken. Op dit stuk weg, dat vlak voor de afslag naar de A30 ligt, gebeurden vorig jaar 42 ongevallen, bijna drie keer meer dan in voorgaande jaren. Problemen met een te korte uitvoegstrook en de afsluiting van de N805 lijken hier debet aan te zijn. [3] 
    • De brandweer is op dit moment druk bezig de woning te ventileren. Om de hulpdiensten voldoende werkruimte te geven is een wegvak afgesloten. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen