Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·ren·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegrennen
rende weg
weggerend
zwak -d volledig

Werkwoord

wegrennen

  1. ergatief zich snel te voet verwijderen
    • Hij was snel weggerend toen hij zag dat er gevochten werd. 
     Stil blijven staan en vooral niet wegrennen.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be