weglengte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·leng·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weglengte | weglengten weglengtes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de weglengte v
- (verkeer) de afstand van het beginpunt van een weg tot aan het eindpunt
- (optica) (natuurkunde) de lengte van een af te leggen weg