weekoverzicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- week·over·zicht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van week en overzicht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weekoverzicht | weekoverzichten |
verkleinwoord | weekoverzichtje | weekoverzichtjes |
Zelfstandig naamwoord
het weekoverzicht o
- een samenvattend overzicht van wat er is gebeurd in een week (, bijv. gegeven in de media zoals televisieprogramma's)
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord weekoverzicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.