Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weegt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inwegen

weegt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwegen
    • Jij weegt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwegen
    • Hij weegt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inwegen
    • Weegt in! 

Gangbaarheid