wedgwood
Niet te verwarren met: Wedgwood |
een merknaam van Engels aardewerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wedg·wood
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘aardewerk’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedgwood | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het wedgwood o
- Engels aardewerk in het algemeen
Gangbaarheid
- Het woord wedgwood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wedgwood" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "wedgwood" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wedgwood op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be