Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·der·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wederverkoop wederverkopen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wederverkoopm

  1. (economie) de inkoop van waren in het groot en de verkoop van deze waren in het klein
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid