Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • web·log
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘digitaal dagboek met korte recensies van bezochte websites’ voor het eerst aangetroffen in 2000 [1]
  • samenstelling van  web  en  log 
enkelvoud meervoud
naamwoord weblog weblogs
verkleinwoord weblogje weblogjes

Zelfstandig naamwoord

de weblogm

  1. (media) (informatica) een dagboek op een website dat regelmatig, soms meermalen per dag, wordt bijgehouden
    • GeenStijl is een bekende weblog in Nederland 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
webloggen

weblog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van webloggen
    • Ik weblog. 
  2. gebiedende wijs van webloggen
    • Weblog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van webloggen
    • Weblog je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen