Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • web·cam·vos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord webcamvos webcamvossen
verkleinwoord webcamvosje webcamvosjes

Zelfstandig naamwoord

de webcamvosm

  1. een vos die door middel van een webcam door mensen gevolgd wordt via het internet.
    • De webcamvos beviel in maart 2013 van jongen. 

Gangbaarheid