Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterwereld waterwerelden
verkleinwoord waterwereldje waterwereldjes

Zelfstandig naamwoord

de waterwereldv / m [1]

  1. het leven op het water
     Waar je al die kassen en houten huisjes ziet liggen, daar begon een andere wereld, een waterwereld vol punters, platschuiten, vlonders en witte kippebruggetjes over de sloten.[2]
  2. een wereld met veel water
     Volgens de astronomen is er in de 'waterwereld' meer water dan op aarde. Dat betekent dat de structuur van de GJ 1214b heel anders zou kunnen zijn dan die van de aarde.[3]
  3. pretpark met waterrijke attracties
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. J. Bernlef pseud. van Hendrik Jan Marsman
    Hersenschimmen”   (1984), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021408057
  3.   Weblink bron “Hubble: vondst waterplaneet klopt” (Woensdag 22 februari 2012, 21:36), NOS