Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·taxi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord watertaxi watertaxi's
verkleinwoord watertaxietje watertaxietjes

Zelfstandig naamwoord

de watertaxim

  1. bootje, ingericht voor het vervoer van personen in een stad.

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be