Nederlands

 
Een roodbuikwaterspreeuw in het Tatragebergte (polen).
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·spreeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterspreeuw waterspreeuwen
verkleinwoord waterspreeuwtje waterspreeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de waterspreeuwv / m

  1. (zangvogels) bepaald soort bruine, bolle vogel met witte borst, Cinclus cinclus   uit de familie van waterspreeuwen Cinclidae  , die voorkomen bij stromend water
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie