Nederlands

 
1. Een waterral, Rallus aquaticus aquaticus
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·ral
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterral waterrallen
verkleinwoord waterralletje waterralletjes

Zelfstandig naamwoord

de waterralm

  1. (kraanvogelachtigen) bepaald soort watervogel, Rallus aquaticus  , een schuwe ral met rode snavel die in Europa vrij algemeen voorkomt in dichte rietvelden
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen