Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterprobleem waterproblemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het waterprobleemo

  1. moeilijkheden met de hoeveelheid, kwaliteit of beschikbaarheid van water
    • Hans Kaljee is als gemeentelijk bomenconsulent dé deskundige als het gaat om bomen. Sinds kort is hij betrokken bij de aanpak van de problemen waarmee het Oosterpark te kampen heeft. Een waterprobleem, toch? Nee hoor, zegt Kaljee: "Er staan wel plassen, maar het feit dat het water zo dramatisch wegloopt wordt veroorzaakt door de bodem. Het Oosterpark heeft vooral een bodemprobleem."[1] 
    • Met de 'nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen'geeft de regering vorm en inhoud aan de doelstelling om klassieke vormen van ontwikkelingshulp te verbinden met versterking van handelsrelaties. Het is een combinatie die wederzijds voordeel biedt. Zo heeft het Nederlandse bedrijfsleven veel expertise in waterbeheer. Hiermee helpen we landen in alle delen van de wereld hun waterproblemen op te lossen.[2] 
    • ,,De bronnen staan droog,"zegt ze. ,,Jordanië heeft een ernstig waterprobleem. Op plaatsen waar je verwacht water te vinden, krijg je niets meer. Zelfs op plaatsen waar mensen me hadden verzekerd dat er water zou zijn, was er niks."[3] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen