waterpijp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·pijp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en pijp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterpijp | waterpijpen |
verkleinwoord | waterpijpje | waterpijpjes |
Zelfstandig naamwoord
- leiding waardoor water loopt
- rookgerei voor tabak of hasj, waarbij de rook door water wordt geleid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord waterpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waterpijp" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be