waterkans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·kans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en kans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterkans | waterkansen |
verkleinwoord | waterkansje | waterkansjes |
Zelfstandig naamwoord
- (in België) uiterst kleine kans.
Gangbaarheid
- Het woord waterkans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waterkans" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be