Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·bouw·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterbouwwerk waterbouwwerken
verkleinwoord waterbouwwerkje waterbouwwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het waterbouwwerko

  1. door mens gemaakte constructies die als doel hebben de loop van het water te beheersen

Gangbaarheid