Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·semt

Werkwoord

vervoeging van
wasemen

wasemt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wasemen
    • Jij wasemt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wasemen
    • Hij wasemt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wasemen
    • Wasemt!