Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • warm·te·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord warmtekracht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de warmtekrachtv / m

  1. (techniek) systeem waarbij men bij verbranding zowel gebruik maakt van de ontstane warmte als van de mechanische energie die ermee kan worden opgewekt
     Voor warmtekracht is de daling nog opvallender. Vorig jaar was er nog een record van 16 miljoen certificaten in omloop. Daar blijven er eind dit jaar nog 5 miljoen van over.[2]
     "Warmtekracht kan kerncentrales vervangen"[3]
  2. (natuurkunde) de intensiteit van warmte uitgedrukt in calorieën
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Wim Winckelmans
    “Schuld zonnepanelen smelt weg” (24/09/2018), De Standaard
  3.   Weblink bron “"Warmtekracht kan kerncentrales vervangen"” (5 februari 2018), De Morgen