wanhout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wan·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wanhout | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het wanhout o
- ongeschaafd, ruw hout
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord wanhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wanhout" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be