Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·be·taalt

Werkwoord

vervoeging van
wanbetalen

wanbetaalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wanbetalen
    • Jij wanbetaalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wanbetalen
    • Hij wanbetaalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wanbetalen
    • Wanbetaalt!