wallaroes

Nederlands

rode reuzenkangoeroe (Osphranter rufus)

Uitspraak

• Geluid:  wallaroes    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wal·la·roes

Woordherkomst en -opbouw

•  wallaroe zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		wallaroes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wallaroes mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wallaroe
2. meervoudsvorm als officiële benaming (buideldieren) een geslacht Osphranter  van buideldieren uit de familie der kangoeroes (Macropodidae ) die wallaroes en grote kangoeroes omvat. In 1842 werd het door John Gould beschreven als een ondergeslacht van Macropus , maar wordt sinds 2019 als apart geslacht gerekend

Hyperoniemen

• [2] kangoeroes, klimbuideldieren, buideldieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] antilopekangoeroe, rode reuzenkangoeroe, wallaroe, zwarte wallaroe

Gangbaarheid

• Het woord wallaroes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.