vuurschip
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vuur·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuur zn en schip zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurschip | vuurschepen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het vuurschip o
- (scheepvaart) een lichtbaken op volle zee, soort van drijvende vuurtoren
- De juiste ligging en andere bijzonderheden van dit vuurschip zijn afzonderlijk en uitvoerig opgegeven onder IV b. [1]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vuurschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuurschip" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ (1859)– [tijdschrift] Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea Kustlichten en zeilaanwijzingen in West-Indie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be