vut

Niet te verwarren met: VUT

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vut    (hulp, bestand)
• IPA: / vʏt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• vut

Werkwoord

vervoeging van
vutten

vut

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vutten
2. gebiedende wijs van vutten

Gangbaarheid

• Het woord vut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vut" herkend door:

84 %	van de Nederlanders;
17 %	van de Vlamingen.