Nederlands

 
vroonhof in Erpel
Uitspraak
Woordafbreking
  • vroon·hof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vroonhof vroonhoven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vroonhofo

  1. de hoeve van een landsheer, van waaruit de omringende landbouwgronden werden geëxploiteerd
Synoniemen

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen