vrijgezellenfeest

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·ge·zel·len·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijgezellenfeest vrijgezellenfeesten
verkleinwoord vrijgezellenfeestje vrijgezellenfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het vrijgezellenfeesto

  1. (feest) feest voor iemand in het huwelijk treedt waarop hij of zij met vrienden, maar zonder de aanstaande partner uitgaat waarbij minimaal het slachtoffer in een opvallend kledingstuk wordt gehesen
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid