Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vreet·schuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vreetschuur vreetschuren
verkleinwoord vreetschuurtje vreetschuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de vreetschuurv / m

  1. gelegenheid waar massaal voedsel van matige kwaliteit wordt geserveerd, bv. mensa of fastfoodrestaurant
    • Zullen we naar de vreetschuur gaan of vreet je liever uit de muur? 

Gangbaarheid