vreemdelingenangst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vreem·de·lin·gen·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vreemdelingenangst -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vreemdelingenangstm

  1. een irrationele en/of obsessieve angst voor vreemdelingen en/of buitenlanders
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid