Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vost

Werkwoord

vervoeging van
vossen

vost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vossen
    • Jij vost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vossen
    • Hij vost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vossen
    • Vost!