Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voort·ge·zet·te

Werkwoord

vervoeging van: voortzetten…
verbogen vorm: voortgezettee

voortgezette

  1. verbogen vorm van voortgezet, voltooid deelwoord van voortzetten

Bijvoeglijk naamwoord

voortgezette

  1. verbogen vorm van de stellende trap van voortgezet

Gangbaarheid