Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·schreef

Werkwoord

vervoeging van
voorschrijven

voorschreef

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorschrijven
    • ... dat ik voorschreef. 
    • ... dat jij voorschreef. 
    • ... dat hij, zij, het voorschreef.