Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·mid·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voormiddag voormiddagen
verkleinwoord voormiddagje voormiddagjes

Zelfstandig naamwoord

de voormiddagm

  1. (tijdrekening) (in Nederland) tijd aan het begin van de middag of in het eerste deel van de middag, ongeveer van 12:00 tot 16:00 uur
  2. (tijdrekening) (in België) tijd voor 12:00 uur
Synoniemen
Hyponiemen
Opmerkingen
  • De tweede betekenis "voor het middaguur" is de oorspronkelijke betekenis; de eerste betekenis "eerste deel van de middag" is in Nederland de meest gangbare geworden. Bij communicatie tussen Nederlandssprekenden uit België en Nederland kan dit tot verwarring leiden.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Voormiddag, namiddag” op taaladvies.net
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be