voorjaarsvlucht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·jaars·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorjaarsvlucht | voorjaarsvluchten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een reis met een vliegtuig in het voorjaar
- De voorjaarsvlucht werd met korting aangeboden.