voorjaarshooiwagen

Nederlands

 
Voorjaarshooiwagen (vrouw)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • voor·jaars·hooi·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorjaarshooiwagen voorjaarshooiwagens
verkleinwoord voorjaarshooiwagentje voorjaarshooiwagentjes

Zelfstandig naamwoord

de voorjaarshooiwagenv / m

  1. (spinachtigen) Rilaena triangularis   een hooiwagen, waarvan de imagines graag op brandnetels zitten. Hij komt in een zeer breed scala aan biotopen voor, ontbreekt alleen in de allerdroogste gebieden. Volwassen dieren zijn aanwezig van eind maart tot juli
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie